
Het zou kunnen betekenen dat alle live toernooien binnen de Europese Unie voor Nederlandse spelers van kansspelbelasting gevrijwaard worden. Uitermate goed nieuws natuurlijk voor de spelers van de EPTs en Unibet Opens, alsmede aspirerende spelers die mede door de belastingsituatie deze toernooien overslaan.
Veel spelers, waaronder Rolf Slotboom, hebben al meermaals aangegeven dat met het huidige belastingklimaat het niet rendabel is buitenlandse toernooien op reguliere basis te spelen. Dit voerde Mengerink ook aan in zijn bezwaar, maar hij draaide het verhaal daarbij om. Mengerink stelde dat de buitenlandse casino’s door de belastingsituatie Nederlandse klanten misliepen, wat tot oneerlijke concurrentie leidde.
Online poker
Theoretisch gezien zou de uitspraak eveneens voor online pokeraanbieders die binnen de Europese Unie gevestigd zijn moeten gelden. Dit zou betekenen dat winsten op sites als Part[Po]ker of Everest Poker gevrijwaard van kansspelbelasting zouden zijn. Alhoewel de uitspraak zo geïnterpreteerd zou kunnen worden betreft het hier wel een specifieke situatie, met betrekking tot een cash in de Unibet Open. Dat het mogelijk goed nieuws is voor spelers die op sites binnen de Europese Unie spelen staat buiten kijf, wel is het zo dat er in Nederland geen legale aanbieder van online poker is. Hierdoor zou het concurrentieargument wellicht niet op kunnen gaan.
Voor winsten op PokerStars lijkt de vlieger helaas niet op te gaan. De uitspraak refereert immers aan oneerlijke concurrentie binnen de Europese Unie, maar PokerStars is gevestigd op de Isle of Man. De Isle of Man is, tegen de verwachting in, geen onderdeel van het Verenigd Koninkrijk en maakt eveneens geen deel uit van de Europese Unie.
Al met al heeft de rechtbank in Haarlem een uitspraak gedaan die potentieel veel gevolgen voor de belastingsituatie in Nederland kan hebben.

Opzienbarend, leuke ontwikkeling.
Toevallig had ik hier vanavond nog een discussie over met iemand. Het belastingstelsel m.b.t. pokerwinsten in Nederland is eigenlijk puur gebaseerd op protectionistische maatregelen. In het buitenland betaal je 29% over je winsten, maar aftrek van kosten (zelfs buy-in!) is niet mogelijk, terwijl je in het Holland Casino geen belasting hoeft te betalen. Het wordt spelers ontmoedigd om in het buitenland te spelen. Dat is inderdaad een belemmering van het vrije verkeer van diensten en daarom is deze uitspraak meer dan terecht.
Wat mij dan nog steeds verbaast is het feit dat nog steeds geen concurrentie mogelijk is op de kansspelenmarkt in Nederland. Het monopolie van de Nederlandse staat is gebaseerd op de gedachte dat 1) de burger beschermd moet worden tegen gokverslaving en 2) dat de Nederlandse overheid flink moet verdienen aan kanspelen.
Het eerste punt houdt geen stand omdat het Holland Casino zelf actief doet aan werving (reclamespots, wervingscampagnes etc.), terwijl het beschermings/uitsluitingsbesluit zeer beperkt is.
Het tweede punt houdt al helemaal geen stand, omdat er geen enkele reden is waarom de staat juist aan deze markt extra moet verdienen.
Onze eigen Siebrand heeft toch op min of meer dezelfde gronden bezwaar aangetekend en verloren?
Het kan een positieve ontwikkeling zijn, met goede perspectieven voor de toekomst, maar vooralsnog begrijp ik weinig van de totale willekeur in situaties en uitspraken van de bd en de rechterlijke macht …