De Verhalen van Kale – Officer Knickerbocker

Over Las Vegas doen vele verhalen de ronde. De City of Sin kent een illuster imago, waar goklustige reizigers na afloop elkaar zachtjes toefluisteren “What happens in Vegas…”, gevolgd door een vette knipoog. Tijd voor uw PokerCity-verslaggever om te testen wat er allemaal van deze verhalen klopt. In liefst vier delen volgt een beschrijving van een ongekende trip naar de gokhoofdstad van de wereld, waarbij we in het eerste deel een overijverige beveiligingsambtenaar aantreffen. “HQ, we’ve got a roomchange. Standing by.”

De komende vier weken lees je op PokerCity over de belevenissen van zes gentlemen in Las Vegas, variërend van een 21-jarig groentje tot de 30-jarige ervaren rot. Onze overtocht verloopt gelukkig zonder noemenswaardige problemen, waarna we zo rond de klok van negen uur ’s avonds op McCarran Airport (het vliegveld van Las Vegas) landen. Het rinkelen van de gokkasten op de luchthaven brengt het besef pas echt boven: we zijn er weer. Vegassss!

Tuscany
We willen de eerste avond goed beginnen en direct het nachtleven induiken. We moeten echter nog inchecken bij Tuscany Hotel & Casino, onze slaapplek voor de komende twee weken. De Tuscany is een onderschatte Vegas-locatie op acceptabele loopafstand van de Strip. Het in Toscaanse sferen ondergedompelde casino biedt een uitstekende prijs/kwaliteitsverhouding, ruim bedeelde kamers, een prima fitnessruimte en een soort van privé-zwembad (zie foto), waardoor het een ideale locatie is om twee weken te verblijven. Me gusta.

Helaas blijken de beloofde driepersoonskamers bij binnenkomst uit twee nogal krappe bedden en een minuscuul bankje te bestaan. Wij, sinds de wekker in Nederland ging inmiddels zo’n 28 uur verder, besluiten de front desk daar maar eens op aan te spreken. Ons idee: als ze geen bijzetbedden hebben, huren we wel een extra kamer voor de nacht. Kijken we morgen wel verder. Let even op, wij stellen dit verhaal om een uur of elf voor, zodat we na een kwartiertje lekker de stad in kunnen. Een logische suggestie, zou je denken?

“Alright folks, here’s what we’re gonna do”
We zijn natuurlijk in Amerika, waar out-of-the-box denken niet op prijs wordt gesteld. Rules are rules. We worden voorgesteld aan de dienstdoende beveiligingsbeambte, officer Knickerbocker, die ons nijpende beddenprobleem gaat oplossen. De beste man probeert direct een wit voetje te halen, getuige zijn jolige “ahh, wie geht, freunden!” nadat hij ons twee woorden heeft horen spreken. Als we de ambtenaar duidelijk maken dat dit soort geintjes not done zijn bij Hollanders, zet hij zijn stoere beveiligingsgezicht op.

Deze man is er eentje van het slag ‘Typische Amerikaan’. De TA, laten we het gemakshalve maar even afkorten, is iemand die volledig voor zijn baan leeft en erin opgaat. TA’s zijn daar nogal goed in. Waar de Nederlander zich doorgaans onderscheidt door het polderen en oplossingsgericht denken, daar is bij de TA recht recht en krom krom.

Met zijn gigantische pens kijkt hij neer op ons bonte gezelschap en schraapt zijn keel. Een bombastisch lawaai bereikt onze oren: “Alright folks, here’s what we’re gonna do”.  Dat we in ieder geval maar goed beseffen wie de baas is. “We’re gonna move you folks from 111 to 114, and you from 112 to 120.” Fair enough, denken wij, de kamers ernaast zullen ongetwijfeld ruimte genoeg hebben. We willen al terug naar de receptie lopen om de sleutels te halen, maar Knickerbocker houdt ons tegen. Plots tovert hij een karretje tevoorschijn om koffers mee te verplaatsen. We kijken hem wat glazig aan.

“Well officer, we don’t really need that, don’t worry ‘bout it.” U begrijpt, dát accepteert de TA niet. Dat gaat tegen de geldende conventie in. Immers, bij een kamerverplaatsing hóórt een karretje waar de koffers op moeten. “It’s called customer service, folks”, probeert de beveiligingsbeambte nog, terwijl hij met zijn halsmicrofoontje zijn jongere collega optrommelt. Met de meest serieuze stem en dito gezicht ooit zegt hij “John, we’ve got a roomchange”, alsof de president zelf een kamer verderop geplaatst wordt. Kort daarna arriveert zijn jonge hulp, eveneens met kar. De andere gasten kijken ons gezapig aan, terwijl wij maar een beetje schoorvoetend achter de beveiligers strompelen.

Roomchange in progress
De zorgvuldig uitgepakte en opgehangen overhemden kunnen weer terug in de koffer. Los in de hand verplaatsen mag uiteraard niet: het móet in de koffer, op de kar, twee meter naar links en dan mag het er pas weer uit. Terwijl wij aan het inpakken zijn, verliest officer Knickerbocker geen moment zijn connectie met “HQ” (zoals hij het zelf noemt, de receptie dus gewoon). “HQ, the roomchange is in progress, we’re now going to open 120.” Knickerbocker klopt op de deur: “Security! We’re coming in!”. Geen respons natuurlijk. De kamer gaat open, onze koffers worden naar binnen gereden en, jawel, het zijn exact dezelfde soort kamers. Dezelfde krappe bedden, hetzelfde krappe bankje. Nou vooruit, het bankje is íets groter. Het is inmiddels één uur ’s nachts. Monstertilt.

Met rood doorlopen ogen van de slaap staren we Knickerbocker aan, die sympathiek terug staart. Hij belt direct weer met de receptie. Bemoedigend spreekt hij ons toe. “I’m gonna take care of this for you, folks!”. Ook zijn jongere collega staat direct paraat. Trots kijkt hij naar Knickerbocker wat zijn orders worden. Je ziet hem zachtjes wegdromen: “Ooit heb ik ook zo’n trotse, fiere pens.”

Na het gesprek met de receptie wendt Knickerbocker zich weer tot ons. “Alright folks, here’s what we’re gonna do”. De halve groep giert het uit van het lachen, terwijl de rest zo moe is dat ze apathisch voor zich uit staart. Knickerbocker lijkt er niet om te malen: “We’re gonna move you folks back from 114 to 111, and you guys from 120 to 112, and we’re gonna open up 117 for y’all.” Zoals we ruim twee uur geleden al riepen. Americans…

“Security! We’re coming in!”
Gelaten sleur ik mijzelf kamer 120 weer in. Overhemden de kast weer uit. Alles de koffer in. Koffer weer op het karretje. Het loopt inmiddels tegen tweeën als we weer voor de deur van 112 staan, de kamer waar we net uitkwamen. Knickerbocker grijpt naar zijn microfoon en sluit het gebeuren met HQ kort, waarna de kolossale man naar onze vorige kamer loopt. Hij beukt op de deur, wacht tien seconden en brult dan: “Security! We’re coming in!”. Inderdaad, de kamer waar we dus net tien minuten geleden uitkwamen. In onze oude kamers kunnen we de koffers definitief uitpakken en onze welverdiende slaap pakken, uiteraard nadat ons idee van uren geleden toch het beste bleek. Het duurt altijd even bij die Amerikanen.

Koud vijf uur later zijn we allemaal klaarwakker, zoals het een goede jetlag betaamt. Een van mijn vrienden vertelt dat er die dag om 12:00 uur een toernooi in de Caesars is. “Lekker warming-up toernooitje Kaal” , romantiseert hij de veel te diepe structuur. Met mijn gare hoofd besluit ik mij toch in te schrijven. Wat deze beslissing allemaal voor gevolgen had? Dat lees je volgende week in het tweede deel van de verhalen. Een ouderwetse één-outer vormt daarin het decor voor een knotsgekke avond, die uiteindelijk om half negen ’s ochtends in de Luxor eindigt.

Huh, de Luxor is toch helemaal aan de andere kant van de Strip?

– KaleGozer –

Lees hier meer columns van Yori ‘KaleGozer’ Epskamp >>>

Lars Smeets
Lars Smeets a.k.a. 'LarsVegas' uit Valkenburg is sinds 2012 aan PokerCity verbonden. Sinds 2017 is hij eigenaar, samen met Pieter 'PrinsFlip' Salet.

8 Comments

  1. Mooi stukkie en goeie cliffhanger 😛

    Goed dat de komende weken weer vol zijn qua columns, daarna graag ook wekelijks redactie !

  2. Waarom las ik “Met zijn gigantische penis kijkt hij neer”… zucht

    Nice story, uh, bro. Me gusta 🙂 Keep it up

  3. Thanks voor de complimenten boys, topje van de ijsberg dit nog 🙂 Idd dudexxxi, heel veel heimwee. Even een Maverickje pullen maar, dan ga ik direct weer daarheen 😉

Reacties zijn gesloten bij dit onderwerp.