Het geld is bereikt in het Main Event van de Master Classics of Poker 2016. Een urenlange bubble, gigantische potten en spectaculaire ontknopingen markeerden deze Dag 2, waarbij chipleader Charlie Carrel meer dan een miljoen punten verzamelde. 53 spelers strijden nog om de hoofdprijs van €275.608.
Met 354 inschrijvingen bleek al vroeg dat dit het grootste Main Event zou worden sinds het jaar 2007. In dit jubileumjaar is dat natuurlijk een prachtig succes, waar de organisatie en staf een groot compliment voor verdienen. Inclusief de reentry’s aan het begin van de dag stonden er 170 spelers aan de start van dag 2. 53 van hen zouden in het geld finishen, met een eerste prijs van €275.608.
Bekende namen sneuvelen
Cor Janssen zou uiteindelijk de eerste afvaller van de dag worden. Hij was lang niet de enige, want het regende afvallers. Daaronder zaten ook veel bekende namen: zo liep Tobias Peters met pocket vrouwen tegen pocket koningen aan en sneuvelde Ruben van der Venne in een pijnlijke hand tegen veteraan Richard Milne. Van der Venne flopte een set zessen, maar Milne had een set vrouwen geflopt en verwees Van der Venne daarmee naar de rail.
Joep van den Bijgaart, Luuk Gieles, Tonnie Krijn, EPT-winnaars Sebastian Malec en Robin Ylitalo, Mark Roovers, Fatima Moreira de Melo en Rob Hollink wisten eveneens het geld niet te halen. Highroller-winnaar Noah Boeken dubbelde ondertussen fenomeen Charlie Carrel, de Brit die niets fout lijkt te kunnen doen deze MCOP. Boeken vond kort daarna met een verloren coinflip ook zijn Waterloo tegen Carrel. De Brit was even later ook betrokken bij wat de meest besproken hand van de dag zou worden. Uit de live report:
Carrel knalt naar een monsterlead!
Na een derde plaats in de €25.000 Super High Roller en een tweede plaats in de €10.000 High Roller lijkt Carrel weer op een prachtscore af te stevenen.
Hagenees Govert Metaal wist het geld eveneens niet te halen, net als Steven van Zadelhoff, die later na zijn exit aangaf “helemaal klaar te zijn met het toernooi.” Ook Noah Boeken, Kees van Brugge. Jasper Wetemans en Ole Schemion gingen met lege handen naar huis. Het veld kwam daardoor aan op de bubble, waarvan niemand vooraf had gedacht dat het ruim een uur zou duren.
Rens van der Venne ging de bubblefase in als absolute shortstack, terwijl de rest van het veld minimaal 20 blinden speelde. Carrel exploiteerde de bubble met zijn grote stack en bouwde zijn chiplead gestaag uit. Na ruim een uur bubblefase moest Van der Venne er toch aan geloven en was hij voor zijn laatste big blind all in. De ontknoping was niet minder dan sensationeel te noemen. Uit de live report:
Brosky helpt Van der Venne
Met een stack van slechts 6.500 zat Rens van der Venne under the gun + 1 al een tijdje in de tank. Van der Venne probeerde natuurlijk het geld met zijn kleine stack te halen, en hoopte dat er op een andere tafel een all-in zou volgen. De brush was er na een aantal minuten wel klaar mee en callde zelf de klok op Van der Venne, die vervolgens rap all in schoof.
Carrel eenzaam aan de top
Charlie Carrel (foto) is de grote winnaar van dag 2 geworden. Dankzij de lange bubblefase kon Carrel vrijuit de boel aanstampen, om uiteindelijk met liefst 1.160.000 punten te eindigen. Achter Carrel vinden we EPT12 Grand Final-winnaar Jan Bendik met 740.500 punten en Juha Helppi met 533.000. Michiel Brosky is de eerste Nederlander met 424.500, terwijl Jonathan Rozema (370.500), Michael Sassen (339.500), Abdelhakim Zoufri (280.000) en, hoe kan het ook anders, David Boyaciyan (212.000) er ook goed voor staan.
Speler | Chipcount |
Charlie Carrel | 1.160.000 |
Jan Bendik | 740.500 |
Juha Helppi | 533.000 |
Michiel Brosky | 424.500 |
Artur Koren | 411.000 |
Kimmo Kurko | 402.000 |
Anton Wigg | 375.000 |
Jonathan Rozema | 370.500 |
Kevin Killeen | 353.000 |
Michael Sassen | 339.500 |
Abdelhakim Zoufri | 280.000 |
Garfield | 275.000 |
Goran Mandic | 237.000 |
Dennis Berglin | 231.000 |
Jakub Michalak | 224.500 |
Mohamed El Mazouni | 218.000 |
David Boyaciyan | 212.000 |
Aaron Cooler | 208.000 |
Simon Lofberg | 207.000 |
Jans Arends | 194.000 |
Fabio Sperling | 189.500 |
Samuli Sipila | 180.000 |
Mark van der Loo | 158.000 |
Rembert Net | 154.000 |
Stieven Razab-Sekh | 146.000 |
Bart Spijkers | 139.500 |
Kilian Kramer | 136.500 |
Henk Post | 113.000 |
Teto Haddad | 106.500 |
Jussi Nevanlinna | 105.000 |
Delabijen | 100.500 |
Sander van Polanen | 99.500 |
Ad Schaap | 96.500 |
Michiel Brummelhuis | 96.000 |
Sirzat Hissou | 91.000 |
Usman Siddique | 90.500 |
Hans Bosman | 85.500 |
Foeke Deinum | 85.500 |
Przemyslaw Piotrowski | 72.500 |
Thijs Menco | 71.000 |
Rashed Zade | 69.500 |
Ben Heath | 69.500 |
Marius Gierse | 66.000 |
Koen Breed | 65.500 |
Stefan Fabian | 61.000 |
Sergio Cabrera | 55.500 |
Benjamin Pollak | 55.000 |
Ronald Keijzer | 52.500 |
Orpen Kisacikoglu | 49.500 |
Jesper Onrust | 47.500 |
Bryan van Rijsbergen | 33.500 |
Rens van der Venne | 31.000 |