Slotboom & Strategie: Limit versus No Limit, deel 10

Rolf Slotboom licht in deze strategiereeks uitgebreid de verschillen tussen Limit en No Limit Hold’em toe. Daarbij schijnt hij nieuw licht op de beste strategieën voor beide games. Vandaag deel 10: Doorzetten op de latere straten.

Limit vs. No Limit, deel 10
Spel op de latere straten: Wel of niet doorzetten?

In deze aflevering en de volgende ga ik kort in op het spel op de latere straten. In dit deel draait het om de veelal essentiële keuze tussen het doorzetten van agressie en het simpelweg opgeven.

Wellicht heb je het volgende citaat wel eens gehoord: “Je moet weten wanneer je nog een keer moet vuren en wanneer je je moet terugtrekken.” Dit is één van de sleutels tot succes in No Limit. Als je flopbet gecalled wordt, zal het vaak zo zijn dat je beslissing om wel of niet opnieuw te betten op de turn afhangt van je read op deze specifieke tegenstander. Er zijn redelijk wat No Limit Hold’em spelers die een bet op de flop flatcallen, in de verwachting dat je op de turn weer zult betten zodat ze dan hun move kunnen maken. Probeer er snel achter te komen wie deze eigenschap bezit, want er zijn ook genoeg spelers die te bang zijn om slechts te flatcallen met een goede hand en juist vrijwel altijd hun raise op de flop al zullen maken.

Trouwens, spelers die graag wachten tot de turn geven vaak kleine tells af, waaruit je kunt afleiden of ze een made hand of een drawing hand hebben. Eén van de meest betrouwbare weggevertjes is er eentje die je vooral bij redelijk goede spelers aantreft. Wanneer goede spelers een drawing hand hebben, callen ze meestal vrij snel – mogelijk om kracht te tonen, hopend dat je op de turn wat afremt. Maar als ze een monster aan het slowplayen zijn, nemen ze doorgaans iets langer de tijd – alsof ze erover twijfelen of ze wel mee moeten of niet. De reden is simpel: ze willen dolgraag dat je nog een bet afvuurt met je verslagen hand en hopen dat je jezelf commit als je dat doet. Online is deze tell wat minder betrouwbaar, maar live heeft dit weggevertje (dat je bij veel goede spelers ziet) me al een hoop geld opgeleverd (en vooral : bespaard!).

Maar goed, laten we dit alles iets concreter maken. Met Q=s J=s in de hand heb je een potbet gemaakt op een Q=h T=h 5=s flop. Eén speler, in late positie, heeft die bet gecalled. Gebaseerd op je read beschouw je het als behoorlijk waarschijnlijk dat deze speler een drawing hand heeft en dat jouw top pair, ondanks de marginale kicker, nog good is. Aannemende dat je verder niet zoveel kennis over deze speler hebt – behalve dat hij solide oogt en je hem nog niks al te geks hebt zien doen – is de vraag: wat doe je op de turn? Speel je door en zo ja, hoe en waarom zo? Laten we vier verschillende turnkaarten omdraaien, die vier verschillende situaties opleveren:

Situatie #1: Turnkaart 3=s

Nou, dit is overduidelijk een kaart waarbij nog een ‘barrel’ afvuren sterk voor de hand ligt. Je hand is hoogstwaarschijnlijk nog steeds good en zo niet, dan heb je in elk geval een flush draw opgepikt. (NB: Het is onmogelijk voor je opponent om én de beste hand te hebben én een hogere flush draw in jouw suit – schoppen – in handen te hebben). Afhankelijk van de precieze chipsverhoudingen zal een bet ter grootte van de pot meestal wel okee zijn. Was je hand K=s Q=s geweest, in plaats van Q=s J=s, dan had je kunnen overwegen om minder te betten. Dit vooral om je opponent mee te lokken met een hand als King-Jack: zijn King overcard is dan waardeloos geworden en twee van zijn acht straight-outs geven jou flushes. Om die reden kun je het je op zo’n moment veroorloven om je tegenstander iets betere odds te geven, temeer omdat de 9=s en A=s mogelijk echte cashcards zijn.

Situatie #2: Turnkaart T=d

Niet de mooiste turncard voor jou, deze ruitentien. Als je opponent op de flop middle pair had, dan ben jij nu degene die drawing very thin is. Echter, als je tegenstander die tien niet heeft en nog steeds op een draw zit, dan kan deze kaart er ook voor hem behoorlijk gevaarlijk uitzien. Immers, het zou kunnen betekenen dat hij nu al drawing dead is. En om eerlijk te zijn, het is niet heel waarschijnlijk dat je tegenstander je flopbet slechts met middle pair gecalled zou hebben, ook omdat geen enkele hand met een Tien tevens een draw kan bevatten. Dus dat betekent dat hij de call zou moeten maken op basis van de gedachte dat zijn middle pair misschien wel good is. Zoals gezegd: niet zo waarschijnlijk, hoewel het – afhankelijk van je imago – natuurlijk niet helemaal onmogelijk is.

Welnu, laten we aannemen dat de stacks relatief diep zijn. Het is dan meestal verstandig om aanpassingen te maken aan de grootte van je bets op het moment dat het board pairt. In dat soort situaties maak ik bijna nooit erg grote bets. Echter, het maken van een al te kleine bet is ook weer niet aan te raden, als dat betekent dat je tegenstander zo’n minibet aangrijpt om een tricky play te maken en de trips Tienen toch te gaan representeren. Uiteindeliijk heb je slechts top pair (plus een board pair) en een marginale kicker, dus je hebt weinig trek in een grote raise die mogelijk een gecalculeerde semi-bluf kan zijn.

Dus wat je in bijna alle situaties dat het board pairt moet doen, is een behoorlijke bet maken van ongeveer de halve pot. Op zo’n bet krijg je waarschijnlijk een redelijk betrouwbare reactie van je opponent en dat maakt het waarschijnlijker dat je later in de hand correcte beslissingen zult nemen. Bovendien zal zo’n bet waarschijnlijk in de meerderheid van de gevallen genoeg zijn om de pot op te pikken… en dat is natuurlijk het best mogelijke resultaat gezien jouw kwetsbare hand en alle draws die er mogelijk zijn.

Situatie #3: Turnkaart J=h

Een typisch geval van een mixed blessing. Je hebt je hand verbeterd naar Top Two, maar de mogelijke flush- en straight-draws zijn ook gecompleteerd met deze turnkaart. Op het eerste gezicht zou ik doodsbang zijn voor een kaart als deze. Maar er is ook goed nieuws: we zitten tegenover iemand die onze flopbet slechts gecalled heeft. Aangezien hij in positie zat, had hij met een hoge flush draw of combinatie straight-flush draw misschien wel wat agressiever gespeeld op de flop. Dus hoewel een gecompleteerde flush nog steeds een bedreiging blijft, is het vrijwel zeker dat het niet de nutflush of een royal/straight flush betreft, dus onze opponent kan de hand ook niet helemaal zorgeloos uitspelen. Dan was zijn hand op de flop immers sterk genoeg geweest voor een raise.

Meer goed nieuws: deze Jack completeert wel enkele straight draws, maar dat zijn allemaal gutshots. En een solide ogende speler callt meestal niet zo snel een potbet op de flop met slechts een gutshot – hoewel Aas-Koning, een gutshot draw naar de nutstraight met twee overcards, wel een redelijke calling hand zou zijn. Open-ended straight-draws – KJ, J9 – hebben je nog steeds niet beat. En mocht je tegenstander op de flop de beste hand gehad hebben met AQ, KQ of zelfs QT, dan heb je met deze turn juist een outdraw op hem gemaakt!

Al met al geldt ook hier dat, wanneer het board gevaarlijk oogt zoals hier, ik meestal middelmatige bets afvuur in plaats van hele grote. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat in deze situatie een fout sowieso gauw gemaakt is. Het board staat bol van de semi-bluf mogelijkheden voor een oplettende opponent, dus zelfs als je de halve pot bet en een raise om je orgen krijgt, is het verre van zeker dat je achterloopt. Je tegenstander kan immers een hand als K=h J=c of A=h J=d hebben en proberen je met behulp van het scary board van de beste hand af te zetten. Dus zolang het geld niet al te diep is, kan dit zomaar één van die situaties zijn waarin ik mijn stack verlies met ‘slechts’ Top Two tegen (achteraf!) een ‘overduidelijke’ flush.

Zijn de stacks wél diep, dan is dit misschien zo’n situatie waarin je beter af bent als je gewoon opgeeft, door op de river check-fold of kleine bet-fold te spelen. Een situatie dus, waarin je gedwongen kunt worden om de mogelijk beste hand op te geven – zeker wanneer de tegenstander die positie op je heeft heel goed of tricky speelt. Een vervelende situatie, maar uiteindelijk heb je dat aan jezelf te wijten: met een marginale hand als Q=s J=s, had je het nooit zover moeten laten komen dat je uit positie komt te zitten tegen een goede speler met een hoop geld behind.

Situatie #4: Turnkaart A=h

En zo zijn we bij het andere einde van het spectrum aangekomen: van een overduidelijke ‘second barrel’ in situatie #1 naar deze situatie, een duidelijke check-fold. De ultieme scare card is uit het deck getoverd, en je beat nu bijna niks meer. Als je tegenstander ontzettend zwak of voorspelbaar speelt, dan kom je misschien nog weg met het afvuren van een klein betje, een ‘feeler’ zogezegd, zodat zijn respons je klip en klaar vertelt of er nog een kansje is dat je nog steeds voorligt. Maar tegen iedereen die zich met recht een ‘pokerspeler’ mag noemen, is overgave de enige optie. Okee, af en toe gooi je hier de winnende hand in de muck – maar aangezien de pot nog relatief klein is, hoef je je daar geen al te grote zorgen over te maken. Waar je je wél zorgen over moet maken is de rest van je stack, en als je bereid bent om grote porties daarvan in de pot te steken op dit board, nou, dan maak je in de meeste gevallen een koeier van een fout.

“Maar wacht eens,” zeg je nu misschien, “Waarom zou ik niet degene kunnen zijn die deze hartenaas aanwendt om zélf die straight of flush te representeren? Zou dat niet kunnen werken?” Wel, dat zou in sommige gevallen best een sterke play kunnen zijn – maar waarschijnlijk niet nu. Er is immers, zoals gezegd, vooral reden om aan te nemen dat het je tegenstander is die op een draw zit. Dus zelfs als hij ‘slechts’ een kleine flush of straight heeft, wordt het erg moeilijk voor hem om zo’n hand in een heads-up situatie weg te leggen. Slechts weinig spelers zijn ertoe bereid om, na het callen van een forse bet teneinde hun draw te completeren, daarna hun hand alsnog af te gooien nadat die draw daadwerkelijk doorgekomen is. Dus ik zou willen aanraden je blufs en moves te bewaren voor andere spots – om precies te zijn: spots waarin het ernaar uitziet dat je tegenstander een zwakke hand heeft.

Dit is deel 10 in een 14-delige serie over Limit en No Limit Hold’em. De bijbehorende dvd’s zijn verkrijgbaar via Rolfs website: www.rolfslotboom.com

Pieter Salet
Pieter Salet a.k.a. 'PrinsFlip' uit Nijmegen is sinds 2009 aan PokerCity verbonden. Sinds 2017 is hij eigenaar, samen met Lars 'LarsVegas' Smeets.